Doelstelling
We stimuleren en ondersteunen kinderen en jongeren om zo zelfstandig en veilig mogelijk op te groeien en te participeren in de samenleving. Er is van 2016 tot 2018 een substantiële toename te zien in het aantal kinderen/jongeren van 0-23 jaar dat gebruik maakt van jeugdhulp. Deze toename ziet er als volgt uit:
Ambitie is het percentage inwoners dat in 2021 gebruik maakt van voorzieningen, terug te hebben gebracht tot het percentage 2016, 11,15%. We doen dit door 5 maatregelen in te zetten:
Ontwikkelingen en maatregelen
1. Volume reduceren – basis op orde
We zetten zo veel mogelijk in op de eigen kracht van inwoners. Wanneer er ondersteuning nodig is kijken we eerst wat een kind/ jongere en diens gezin/ netwerk zelf kunnen. Vervolgens kijken we of algemene voorzieningen kunnen bijdragen. Pas daarna zijn (relatief kostbare) maatwerkvoorzieningen in beeld.
Maatregelen:
- We bepalen en geven duidelijke kaders in de verordening en werkprocessen, waardoor de uitvoering hier beter op kan sturen door bijvoorbeeld eigen kracht concreet te definiëren.
- Consulenten kijken bij inzet van instrumentarium ook naar de financiële kant van de ondersteuning.
- Benutten en verstevigen van het netwerk rondom het gezin, zodat hulpvragen waar mogelijk in het eigen netwerk opgevangen kunnen worden.
- Grip krijgen op de verwijzingen van gecertificeerde instellingen en huisartsen door gezamenlijke doelstellingen met elkaar te bepalen en consulenten intensiever te laten samenwerken met huisartsen.
- Stoppen met indicaties met terugwerkende kracht.
- Stoppen met facturen betalen na dato.
- Toekomstplannen met jongeren vanaf 16 jaar maken, waardoor de overgang naar volwassenheid zo soepel mogelijk verloopt, wat mogelijk minder verlengde jeugdhulp tot gevolg heeft.
2. Volume reduceren – inzet gedragswetenschapper jeugd
Wij hebben een gedragswetenschapper(s) gepositioneerd bij de GGD. De functie van gedragswetenschapper heeft tot doel het sociaal team, de jeugdarts, de huisarts en het onderwijs met elkaar te verbinden. Doel is ook om huisartsen te versterken in een goede analyse bij kinderen met psychosociale problemen. Hierdoor worden zij vroegtijdig opgespoord, zo mogelijk kortdurend behandeld door een gedragswetenschapper/ POH-jeugd binnen de eerstelijns-setting.
Maatregel:
Dankzij de functie van de gedragswetenschappers zijn er minder verwijzingen naar specialistische GGZ. Daarom continueren we de inzet van de functie van gedragswetenschapper. We optimaliseren de positionering in overleg met de huisartsen zodat scherpte op toegang nog beter wordt ingevuld en voorkomen we overbodige medicalisering van problematiek bij jeugd.
3. Volume reduceren – (professioneel) netwerk bouwen en MDO’s organiseren
Door verschillende disciplines binnen het jeugdveld bij elkaar te brengen is de kans groter dat signalen bij elkaar komen en we zo eerder bij de problematiek (en de oplossing daarvan) zijn.
Maatregelen:
Professionals gericht bij elkaar brengen om casussen te bespreken, o.a. verloskundigen, huisartsen, gedragsdeskundigen, kinderdagopvang, scholen, Renkum voor elkaar en gemeente. Het mooiste is om hierin dorpsgericht te werken. Alle partners hebben eenzelfde doel, namelijk de ontwikkeling en veiligheid van kinderen waarborgen vanuit verschillende invalshoeken. Door elkaar te kennen, te verbinden en te ontmoeten creëren we een laagdrempelig netwerk waarbinnen kennis wordt gedeeld en samenwerking plaatsvindt.
4. Volume reduceren – vermindering specialistische jeugdhulp door inzet lichte opvoedondersteuning
Ouders kunnen in de opvoeding tegen allerlei soorten vragen aan lopen. Oplossingen worden veelal gevonden binnen het eigen netwerk, familie, vrienden, school, internet etc. Soms is dat niet voldoende en dan is het fijn als er een laagdrempelige vorm van ondersteuning is, waar ouders wat meer handvatten kunnen krijgen, zodat ze verder kunnen.
Maatregelen:
Realiseren van een laagdrempelige voorziening waar ouders en jongeren vragen kunnen stellen over opvoeden en opgroeien. Hiermee willen we veel vragen in het voorliggende veld opvangen. Belangrijk is wel dat ouders en kinderen zoveel mogelijk direct tips en adviezen krijgen op hun vraag, dus geen extra verwijsloket. Hiervoor is het volgende nodig:
- Niet problematiseren, maar normaliseren. Veel opgroei- en opvoedingsvragen zijn normaal en kunnen ook door lichte en kortdurende ondersteuning worden opgelost. Dit vraagt een scherpe analyse aan de voorkant. En juist niet direct door naar een zwaardere vorm van hulp.
- Bij verschillende partners (inwoners, huisartsen, scholen etc.) ophalen welke opvoed-vragen er leven bij inwoners.
- Onderzoeken welke vormen van specialistische jeugdhulp momenteel worden ingezet voor het bieden van gezins-/ opvoedondersteuning en door welke vorm van lichtere ondersteuning dit vervangen zou kunnen worden.
- Opdracht geven aan Renkum voor Elkaar om dit te onderzoeken en een vorm van lichte (collectieve) opvoedondersteuning te regelen door zelf aanbod te creëren of door samenwerking aan te gaan met bestaand aanbod (bijvoorbeeld Home start/ doorstart).
- Gedragsdeskundige positioneren bij huisarts en scholen.
- Werkafspraken met Renkum voor Elkaar bijstellen over het aantal gesprekken van sociaal werkers met inwoners. Nu is dit bepaald op maximaal drie met eventuele uitloop naar zes. In de praktijk blijkt dat er een verruiming nodig is waardoor opschalen en een maatwerkvoorziening voorkomen kan worden. Hierdoor zijn we inwoners beter van dienst en kunnen we geld besparen.
5. Thuis tenzij
Door inzet van vrijwilligers, pleegzorg en ambulante ondersteuning te versterken, kan zwaardere jeugdhulp en soms zelfs een uithuisplaatsing voorkomen worden. Dit is goed voor het kind en het gezin en brengt ook een kostenbesparing met zich mee.
Maatregelen:
Vrijwilligers inzetten bij jeugdhulp. Dit heeft meerdere voordelen: zo zijn hulpverleners passanten, terwijl vrijwilligers vaker deel uit (gaan) maken van het eigen netwerk, wat betekent dat er sprake is van langdurige steun. Daarnaast kan inzet van vrijwilligers zwaardere en duurdere vormen van jeugdhulp voorkomen. Voorbeelden van inzet van vrijwilligers:
- Meeleefgezinnen. Renkumse overbelaste gezinnen met een klein sociaal netwerk worden gekoppeld aan Renkumse gezinnen die een stimulerende opvang aan kinderen bieden. Het doel is een langdurige relatie tussen de gezinnen.
- Jouw Ingebrachte Mentor (JIM). Bij JIM brengen jongeren hun eigen mentor in vanuit hun eigen netwerk. Het voordeel hiervan is dat jongeren langdurig ondersteund worden door iemand die zij vertrouwen en waar zij zich goed bij voelen.
Pleegzorg plaatsingen in gezinnen of gezinshuizen. Een goed aanbod van pleegzorg of gezinshuizen kan ertoe leiden dat er minder kinderen binnen terreinvoorzieningen opgroeien.
Als gemeente en regio moeten wij er dan ook op inzetten dat er voldoende aanbod is, zo dicht mogelijk bij huis.
Inzet ambulante ondersteuning, waarbij nodig is:
- Expertise aan de voorkant regelen, inzet van de gedragsdeskundige bij de onderzoeksfase van de consulenten en coaches, huisartsen en inzet van expertise van zorgaanbieders binnen de gemeente.
- Inzet op motiverende gesprekstechnieken bij het sociaal team om ervoor te zorgen dat zij ouders en kinderen goed mee kunnen nemen in het traject.
- Duidelijk in beeld brengen welke vragen er zijn op gebied van ambulante ondersteuning, of het aanbod hierop aansluit en of er nog iets nodig is waar nu niet of te weinig op ingezet wordt.
6. Verlaging persoons-gebonden-budget (pgb) jeugd
Een pgb is de wijze waarop we als gemeente middelen beschikbaar stellen voor onze inwoners op basis waarvan zij een maatwerkvoorziening jeugd kunnen inzetten. Met deze vorm van dienstverlening maken we het mogelijk dat de inwoner eigen regie kan voeren over de geboden hulp, omdat hij/zij zelf een overeenkomst sluit met de betreffende (niet-professionele) zorgverlener. De tariefstelling van de ondersteuning op basis waarvan het persoonsgebonden wordt berekend, is nu als volgt:
- Voor professionele ondersteuning wordt gerekend met een getrimd gemiddelde.
- Voor niet-professionele ondersteuning wordt gerekend met een tarief van 80% van het getrimde gemiddelde voor professionele ondersteuning.
Maatregelen:
Aanpassing tariefstelling:
- Voor professionele ondersteuning: bijstellen van het tarief naar 80% van het getrimde gemiddelde van hetgeen contractueel aan zorg in natura is ingekocht. Om het juridische risico af te hechten en de mogelijkheid open te houden om in bepaalde situaties hoger dan 80% van het getrimde gemiddelde toe te staan, kan hier 'in beginsel' aan worden toegevoegd.
- Wij hanteren voor niet-professionals (bijvoorbeeld een vader die de zorg voor zijn kind met een hulpvraag op zich neemt) momenteel een pgb-tarief van 80% van het professionele tarief; € 36 per uur. Ter vergelijking: in de gemeente Ede krijgen niet-professionals standaard € 20 per uur ongeacht het soort hulp en in de gemeente Tiel is dat € 11 per uur (minimumloon). Het is niet wenselijk wanneer inwoners € 45.000 op jaarbasis via pgb’s kunnen verdienen. Daarom gaan we € 20 hanteren als uurtarief, een tarief dat in veel gemeenten al geldt, gebaseerd op voormalige Awbz-wetgeving. Verschuiving naar zorg in natura in grote omvang is niet aannemelijk blijkt op basis van ervaringen van andere gemeenten.
7. Budgetplafonds als ‘piepsysteem’
Door er op te sturen dat aanbieders binnen budget blijven houden we de kosten beheersbaar. Dit zorgt ervoor dat jeugdigen die jeugdhulp nodig hebben, dit ook blijven krijgen.
Maatregelen:
We spreken een budget met aanbieders af. Wanneer 75% van dit budget bereikt is, ‘piept’ het systeem, waarna overleg volgt met de aanbieder over hoe budgetoverschrijding voorkomen kan worden. Om deze activiteit te realiseren is het volgende nodig:
- Per aanbieder kennis van het historisch budget en aantallen jeugd.
- Afspraken maken over het daarop gebaseerde budget en de signaal grens.
- Afspraken maken in gevolg van bereiken signaal.
- Proactief het gesprek met aanbieders aangaan over mogelijkheden om binnen het budget te blijven.
We moeten niet alleen het gesprek aangaan met aanbieders, maar ook met verwijzers: hoe komt het dat bijvoorbeeld 75% van het budget bereikt is en wat kunnen we samen doen om binnen het budget te blijven en kosten beheersbaar te houden?
8. Data inzichtelijk maken
Door het verzorgen van bruikbare informatie kan beter gestuurd worden op een passend aanbod en substitutie van duurdere jeugdhulp. Op basis van data kunnen we doelen stellen met onze netwerkpartners en samen een verschuiving maken naar lichtere hulp.
Maatregelen:
- We maken een analyse van onze doelgroep: welke vragen en behoeften zijn er bijvoorbeeld binnen onze gemeente per subdoelgroep (-9 maanden, 0-4 jaar etc.). Deze informatie verzamelen we per dorp.
- Hoe ziet het jeugdhulpgebruik eruit in onze gemeente. Welke vormen van jeugdhulp komen het meeste voor?
- Verbeteren van het gebruik van gegevens en dit koppelen aan een dashboard.
- Goed cliëntervaringenonderzoek: wat zijn de ervaringen met ons lokale team van jeugdigen/ ouders?
- Monitoren en analyseren van de gegevens.
- Koppeling van de gegevens aan begrotings- en inkoopcyclus.
- Gegevens gebruiken om overleg met partners te voeden.
Totaaloverzicht (meerjarige) besparing
Activiteiten | Besparing (€) | ||||
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | ||
1-8. | Volumereductie Zorg in Natura | 250.000 | 500.000 | 750.000 | 1.000.000 |
6. | Verlaging PGB jeugd | 50.000 | 100.000 | 100.000 | 100.000 |
Totaal | 300.000 | 600.000 | 850.000 | 1.100.000 |