We verschaffen toegang tot onderwijs zodat iedereen zijn kennis en talent kan ontwikkelen en bevorderen om op die manier bij te dragen aan de samenleving.

1.   Realiseren van wettelijk verplichte onderwijshuisvesting

Gemeenten hebben een wettelijke zorgplicht voor de huisvesting van het primair en voortgezet onderwijs. Het staat gemeenten vrij om prioriteiten te stellen en hun middelen naar eigen inzicht te besteden. Door middel van een gemeentelijke verordening worden deze middelen verdeeld.

Maatregel:
Het Rijk hanteert voor de nieuwbouw van scholen normbedragen. Wanneer we scholen bouwen hanteren we in principe deze norm. Wanneer we bereid zijn om af te wijken van de norm, maken we dat inzichtelijk. En beargumenteren we waarom we voorstellen om af te wijken. Voor inhuur van expertise is €45.000 beschikbaar. We stellen voor dit te beperken tot € 25.000 wat een besparing oplevert van € 20.000. Dit is een efficiencymaatregel die goed op te vangen is zonder dat onze doelstellingen in gevaar komen.

2.   Uitvoering van de VVE en kinderopvang

Voorschoolse educatie is voor peuters van 2,5 tot 4 jaar. Zij krijgen dit op de peuterspeelzaal of bij de kinderopvang. Het consultatiebureau geeft kinderen die (een risico op) een onderwijsachterstand hebben een zogenaamde VVE-indicatie. In iedere gemeente gelden andere voorwaarden voor de VVE-indicatie. Om voorschoolse en vroegschoolse educatie (VVE) aan te bieden, krijgen gemeenten en scholen geld van de Rijksoverheid. De overheid verdeelt dat geld in 2019 volgens een nieuwe rijksregeling. Op basis hiervan moeten wij 16 in plaats van 10 uur voorschoolse educatie aanbieden.

Maatregelen:

• We brengen VVE onder bij één kinderopvang die gemeentebreed werkt. Er moeten meerdere vestigingen zijn, in ieder geval in ieder dorp één.
• We scherpen de criteria indicatie VVE aan.
• We beperken toegang kinderopvang via jeugd op basis van de evaluatie voorziening gezinsondersteuning kinderopvang.
• We stellen de inkomensafhankelijke eigen bijdrage ouders voor VVE bij, alsmede de regeling kinderopvang.

3.    Logopediescreening

In de kinderopvang en basisonderwijs wordt logopedische screening ingezet die kijkt naar de gehele taal- en spraakontwikkeling van een kind. Dit ter ondersteuning van het onderwijsproces gericht op het voorkomen of verminderen van onderwijsachterstanden.

Maatregel:
Strengere indicaties vaststellen om in aanmerking te komen voor screening. We varen meer op de expertise van kinderopvang en scholen. We willen als gemeente minder sturen.

4.    Lokaal Educatieve Agenda (LEA)

De samenwerking tussen de gemeente en het onderwijs is verankerd in de Lokale Educatie Agenda (LEA). Het LEA-overleg is een hulpmiddel om de integraliteit tussen onderwijs, zorg en welzijn te borgen. Daarnaast is het ook het platform van overleg over de uitvoering van wettelijke taken. Aan de LEA-VVE tafel zitten, naast de vertegenwoordiging van kinderdagverblijven ook de verpleegkundige van het consultatiebureau, de logopedist en een medewerker van de bibliotheek.

Maatregel:
We brengen het LEA onder bij het samenwerkingsverband scholen (subregionaal) en organiseren de link met de gemeente. We geven geen gemeentelijke bijdrage meer voor reguliere onderwijszaken. We maken duidelijk wat de rolverdeling is waarbij we de verantwoordelijkheid daar laten waar die hoort. Hierdoor wordt de LEA efficiënter omdat de verantwoordelijkheid ligt waar het moet, namelijk bij het onderwijs. De gemeentelijke bijdrage stopt na dit schooljaar.

5.    Taalbevordering

Volgens de Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen (Wsob) faciliteert de gemeente een voor iedereen toegankelijke openbare bibliotheekvoorziening. In de gemeente Renkum zijn er twee volwaardige bibliotheekvestigingen in Oosterbeek en Renkum en er is een jeugdbibliotheek met een afhaalpunt te Doorwerth. De bibliotheken bieden activiteiten aan tot taalbevordering bijvoorbeeld met een ‘boekstart’ voor kinderen en jeugd en activiteiten voor vluchtelingen.

Maatregelen:

• We brengen de basisvoorziening Bibliotheek terug tot één hoofdvestiging.
• We behouden producten voor inwoners van 0 t/m 17 jaar, door meer bijdrage van het onderwijs.
• We behouden het Taalhuis door aanpassing van de gemeentelijke opdracht aan alle partners, waardoor de bij de gemeente beschikbare middelen efficiënter worden ingezet; ook in relatie tot de middelen die gemeenten vanaf 2021 gaan ontvangen vanuit de wet Inburgering.

Met deze maatregelen behouden we een volwaardige bibliotheek-functie die toch minder kostbaar is.

6.    Kunst- en cultuureducatie

Wij stimuleren het eigenaarschap van scholen voor cultuuronderwijs en vragen culturele instellingen hun educatieve programma’s af te stemmen op en met het onderwijs. Binnen de referentiegroep wordt de inhoud van de programma’s bepaald bestaande uit drie keuzepakketten, waarbij scholen zelf het voor hen gewenste scenario bepalen: een gezamenlijk gedragen aanbod cultuureducatie (1), gezamenlijk aanbod plus verdieping (2) of cultuur in het hart van het onderwijs, geïntegreerd met alle leergebieden (3).

Maatregel:
We maken scholen verantwoordelijk voor cultuureducatie met behoud van de combinatiefunctionaris om te ondersteunen en faciliteren.

Totaaloverzicht (meerjarige) besparing